Osteopathie & Kind

Osteopathie kan net als bij volwassenen met succes worden toegepast bij baby’s en kinderen. Hier geldt dezelfde regel als in de klassieke geneeskunde, namelijk dat het kind geen kleine volwassene is. Groei, spraak, motoriek, sensoriek en emoties zijn kenmerken van deze ontwikkeling. Kinderen groeien en veranderen constant en dat maakt dat ieder kind een unieke benadering vergt. Om het kind te kunnen behandelen op die manier die het kind nodig heeft is het belangrijk dat de osteopaat een gedegen kennis bezit van de kindergeneeskunde en van de diverse ontwikkelingsgebieden.

Osteopathie is een veilige en effectieve manier om verandering teweeg te brengen en kan dan ook voor grote waarde zijn voor het welzijn en de ontwikkeling van het kind.

Bij baby’s worden geen manipulaties of “kraken” van gewrichten toegepast, er worden alleen “zachte” technieken gebruikt.

Middels gerichte nascholing en opleiding “osteopathie bij kinderen” heb ik mijzelf verder verdiept en gespecialiseerd in het behandelen van baby’s en kinderen.

 

Osteopathie is geen vervanging voor kindergeneeskunde of andere disciplines. Voor een optimaal resultaat kan samenwerking met bijvoorbeeld een kinderfysiotherapeut nodig zijn.

Hoe gaat een behandeling in zijn werk?

Belangrijk is dat bij klachten een consult bij de osteopaat nooit een consult bij een (kinder)arts of specialist kan vervangen.

De eerste keer dat u met uw kind in de praktijk komt, stel ik veel vragen: over de klacht, de voorgeschiedenis (zwangerschap, bevalling, eerste weken), maar ook over een eventuele ziektegeschiedenis en leefgewoonten. Zo probeer ik vanuit het vraaggesprek (anamnese) al een beeld te vormen welk weefsel of type probleem de klachten van uw kind veroorzaakt. Daarna volgt een lichamelijk onderzoek.

Dit onderzoek gebeurt met de handen, het hele lichaam wordt onderzocht. De nek, de schedelbasis en de buik krijgen een bijzondere aandacht, problemen komen vaak op deze niveaus voor.

Wanneer ik een duidelijke oorzaak/verklaring heb kunnen vinden voor de klacht(en) van uw kind, zal dit met de ouder(s) worden doorgesproken.

Het behandelen van baby’s en kinderen is zacht en daarom een veilige behandelmethode. In de meeste gevallen zijn een drie- tot viertal behandelingen voldoende om de balans bij de jonge kinderen en pasgeborenen te herstellen.

 

U kunt ook zelf actief deelnemen aan de behandeling, om de behandeling voor uw zoon of dochter zo ontspannen mogelijk te laten verlopen. Zo kunt u uw kind natuurlijk ook al voorbereiden door de site of de folder samen door te nemen. Vertel vantevoren dat een osteopaat geen “prikjes” geeft en de behandeling zacht aanvoelt.

Tijdens de behandeling kan het heel effectief zijn om een voeding te geven, speentje of knuffel te geven. Hoe beter wij in staat zijn om samen met de ouders een “ontspannen atmosfeer” te creëren, hoe beter het onderzoek en de behandeling zal verlopen.

Zwangerschapswens

Voor u zwanger bent kunt u al bij een osteopaat terecht. Reeds aanwezige klachten kunnen wellicht verholpen worden en de rest van het lichaam wordt voorbereid om de zwangerschap zo optimaal mogelijk te beginnen.

Wanneer het moeilijk is om zwanger te worden kunt u in veel gevallen ook bij een osteopaat terecht.

Dan moeten wel eventuele structurele of medische redenen uitgesloten zijn als oorzaak van het probleem! Als dat het geval is, dan kan osteopathie; disfuncties in relatie tot de bezenuwing naar de baarmoeder en het kleine bekken toe verhelpen, de doorbloeding in het kleine bekken verbeteren, verlies van beweeglijkheid in de weke delen van de buik verhelpen, maar ook stressgerelateerde problemen (zowel oorzaak als gevolg) behandelen.

Daardoor zal de vitaliteit van het systeem toenemen en de kansen op bevruchting en innesteling van het vruchtje stijgen.

Zwangerschap

Voor de moeder geldt dat zwangerschap brengt veel veranderingen met zich mee brengt; veranderingen op hormonaal niveau, op fysisch niveau en op het psychische vlak. Deze veranderingen en de aanwezigheid van het nieuw leven vragen een specifieke aanpak bij klachten tijdens en ook na de zwangerschap.

Zwanger zijn is geen contra-indicatie voor een behandeling bij een osteopaat. Uit voorzorg wordt alleen uiterst voorzichtig gewerkt bij de behandeling van een zwangere vrouw. Er zijn echter veel vrouwen met pijnlijke en hinderlijke  klachten gedurende de zwangerschap die door een behandeling bij een osteopaat beduidend meer comfort kunnen krijgen. Dit geeft door de klachtenvermindering een positievere beleving van de zwangerschap waardoor het toeleven naar de bevalling makkelijker verloopt.

Nergens is gerapporteerd dat de impact van een behandeling door een osteopaat zou kunnen leiden tot problemen gedurende de zwangerschap.

Bevalling

De geboorte van een baby is een heel natuurlijk, maar eigenlijk ook een “traumatisch” gebeuren. Het kind moet heel wat trek- en drukkrachten verwerken en het is opmerkelijk hoe het deze krachten met behulp van compensatiemechanismen kan opvangen. In een optimale situatie wordt door de beweeglijkheid van het lichaam en de schedel van de baby er voor gezorgd dat de krachten goed opgevangen kunnen worden. Maar inleiding en afremming van een bevalling, het meeduwen op de buik (compressie), het gebruik van zuignap of tang, keizersnede, epidurale met verlies van controle over de krachten, kunnen een (te) grote belasting voor de baby zijn.

Wanneer er klachten of problemen van het kind aanwezig zijn, kunnen deze tijdens de zwangerschap al ontstaan zijn. Een te zware belasting van zowel fysieke als emotionele aard heeft invloed op het welzijn en ontwikkeling van het kind. Te weinig “ruimte” in de baarmoeder, stuitligging, fysiek trauma van de moeder tijdens de zwangerschap, maar ook stress en spanningen van de moeder kunnen een grote rol spelen.

Gelukkig treedt er bij het kind vaak een spontaan herstel op.

Maar soms moet de ontwikkeling een handje worden geholpen: onopgeloste disfuncties kunnen een aanleiding zijn tot bepaalde “gedragsveranderingen”;

  • de baby huilt vaak en lang zonder duidelijke reden;
  • de baby uit duidelijke signalen van pijn als je hem vasthoudt of aanraakt;
  • de baby balt de vuistjes, kronkelt of verstijft zonder duidelijke reden;
  • de baby duwt zijn/haar hoofd vaak achterwaarts;
  • als de baby in de wieg ligt, duwt hij/zij voortdurend met zijn/haar hoofd tegen de wieg aan;
  • de baby draait zijn/haar hoofd altijd naar dezelfde zijde, ook bij het slapen;
  • het hoofd vertoont asymmetrie of afplatting;
  • de baby heeft problemen met slikken of zuigen;
  • de baby heeft overvloedige speekselvorming of kwijlt veel;
  • na de voeding heeft de baby vaak last van oprispingen, geeft hij/zij de voeding terug of hikt veel;
  • onrustige ademhaling;
  • moeilijk inslapen;
  • te weinig slapen;
  • huilt vrijwel altijd voor het inslapen of bij het ontwaken;
  • de baby verwart dag en nacht.

 

Belangrijk is om te onthouden dat huilen slechts een van de symptomen is. Deze baby’s huilen niet alleen veel, ze zijn ook moeilijker te troosten. Over het algemeen zijn ze bijzonder actief en beweeglijk, snel afgeleid en lijken ze angstig. Veranderingen vallen meestal niet in goede aarde. De osteopaat kan deze symptomen vaak positief beïnvloeden.

Het onrustig zijn, het ontroostbaar huilen, moeilijk slapen bij de baby is een manier om te communiceren en te tonen dat er iets niet “lekker” zit. Vaak zijn er ook andere symptomen zoals reflux, krampjes en winderigheid, moeilijk drinken, gespannen zijn,… Naast de onmiddellijke reactie op de pijn raakt het zenuwstelsel van de baby in zijn totaliteit overgestimuleerd door een “opeenstapeling” van verschillende prikkels. Dit is niet alleen door de pijn zelf, maar ook door het huilen en een daardoor optredend slaaptekort. Dit creëert een vicieuze cirkel: er is dan nauwelijks regulatie of afremming van al die prikkels die op het zenuwstelsel van het kind afkomen. Dit lijdt op zijn beurt dat niet alleen de baby, maar ook de ouders overstuur raken.

 

Via osteopathie kunnen eventuele aanwezige bewegingsbeperkingen verholpen worden en wordt de overprikkeling van het zenuwstelsel gereduceerd. Daardoor zal de baby minder last ondervinden, minder gaan huilen en zich optimaler kunnen ontwikkelen.

De oorzaak van krampen is vaak multifactorieel;

  • intolerantie ten aanzien van koemelk bij flesvoeding;
  • allergie;
  • familiaal erfelijke factoren;
  • stress bij de baby vanuit zwangerschap, bevalling of leefsituatie;
  • de werking van het verteringssysteem kan nog wat “onrijp” zijn;
  • overactiviteit van het maag-darmsysteem door irritatie of overprikkeling van het zenuwstelsel.

Dat is het deel van het zenuwstelsel dat de werking van het verteringssysteem reguleert (het autonome zenuwstelsel). Bewegingsbeperkingen en spanningen binnen het bewegingsapparaat zijn in staat dit deel van het zenuwstelsel te beïnvloeden.

 

De osteopaat zal er voor zorgen dat in zo’n situatie er een vermindering van de overprikkeling van het zenuwstelsel op zal treden. Ook worden de “zachtere structuren” nagekeken die in relatie staan tot het verteringsstelsel. Het middenrif is hier een goed voorbeeld van.

Ook in het geval van reflux klachten kan door overprikkeling van het autonome zenuwstelsel de functie van het maag-darmsysteem beïnvloed zijn. Voor de goede werking en regulering van het verteringssysteem is een optimale functie van de wervelkolom, schedelbasis en nek van groot belang. Op deze niveaus ligt een belangrijke connectie met het zenuwstelsel.

 

Daarnaast is het maagdarmstelsel een orgaansysteem welke na de geboorte moet opstarten. Dit gaat niet altijd zonder problemen. Het maagklepje (ingang van de maag) ter hoogte van het middenrif is nog in ontwikkeling, waardoor voeding kan teruglopen in de slokdarm, waardoor de meeste baby’s spugen. Dit noemen we reflux. Normaal gesproken geeft dit niet veel klachten. Bij langdurige reflux, of bij teruglopen van maagzuur in de slokdarm kunnen er serieuze klachten ontstaan. Irritatie van slokdarm en soms ook hogere luchtwegen kan een gevolg zijn. Opvallend is vaak de “zure ademlucht” die de kinderen dan hebben. Kinderen met blokkades of spanningen ter hoogte van de nek of schedelbasis, of bij stressgerelateerde klachten, kunnen baby’s een mogelijke reflux ontwikkelen. Deze kinderen kunnen baat hebben bij het oplossen van de storende uitwerking van problemen in nek en schedelbasis.  Ook spanningen rondom het middenrif van de pasgeborene kan betrokken zijn bij het ontstaan van een reflux. Een goede spanning op het middenrif is dan ook belangrijk voor het goed functioneren van deze overgang.

Deze asymmetrie kan tijdens de zwangerschap en bevalling ontstaan, namelijk door;

  • druk op de schedel bij een vroege indaling in het bekken;
  • sterke druk- en trekkrachten tijdens de bevalling;
  • bijzondere omstandigheden zoals aangezichtsligging, dwarspositie, duur van persweeën;
  • gebruik van hulpmiddelen als tang en zuignap.

Deze asymmetrie kan ook na de bevalling ontstaan, doordat er bijvoorbeeld sprake is van een “voorkeurshouding” (het kindje kijkt alleen maar naar rechts of naar links) of door “overstrekking”. De schedel gaat zich letterlijk aanpassen aan de eenzijdige belasting op de onderlaag.

 

Dikwijls herstelt de vorm van de schedel zich vanzelf na een korte periode na de bevalling. Soms gebeurt dit spontane herstel niet of te weinig.

Een bewegingsbeperking in de schedelbasis, of ter hoogte van de nekwervels kan daarvan de oorzaak zijn. Ook problemen of spanningen elders in het lichaam kan de stand van de nek en hoofd veranderen. Het hoofd- en halsgebied wordt gedwongen te compenseren en doet dit dan door deze “standsverandering”.

 

Om een symmetrische groei en ontwikkeling na te streven is het zinvol de oorzaak voor de asymmetrie snel op te sporen en te behandelen. Hoe langer deze asymmetrie blijft bestaan, hoe lastiger het vaak is om de “gewoonte” van de houding te doorbreken. Dat is de reden waarom ik frequent met een kinderfysiotherapeut samenwerk om zo tot een optimale verbetering van de stand en ontwikkeling te komen.

Bepaalde kinderen kunnen naar slechts naar één kant kijken, liggen scheef of vertonen een overstrekking. Dit is wat men noemt een voorkeurshouding. Het is alsof er één reflex is overheerst, waardoor het bewegen in andere richtingen (bijna) niet meer mogelijk is. Er is sprake van een overprikkeling van het zenuwstelsel met een slechte “remming” van zogenaamde primitieve reflexen. Hierdoor gaan bepaalde spiergroepen zich onnodig aanspannen en veroorzaken zo een dominante voorkeur: het kind lijkt vast te liggen in een bepaalde houding.

Een beperking ter hoogte van de nekwervelkolom of de schedelbasis ligt vaak aan de basis van dit probleem. Het herstellen van het verlies aan beweeglijkheid zal de overprikkeling van het zenuwstelsel doen afnemen, waardoor de de normale reflexmatige ontwikkeling wordt geoptimaliseerd.

Ook hier kan de kinderfysiotherapeut van grote waarde zijn: zij zijn in staat om de natuurlijke bewegingspatronen verder met oefeningen te stimuleren.

Hoe vroeger het probleem wordt gecorrigeerd, hoe minder kans dat een voorkeur zich gaat “vastzetten” als een persoonseigen patroon.

Het onrustig zijn, het ontroostbaar huilen, moeilijk slapen bij de baby, is een manier om te communiceren en te tonen dat er iets niet “lekker” zit. Vaak gaat deze klacht samen met andere klachten, zoals reflux, krampjes, winderigheid ed.

Onrust kan enerzijds ontstaan op basis van problemen in de spijsvertering, zoals reflux, krampen, oprispingen en overdreven winderigheid door luchtproductie in de maag en darmen. Deze ongemakken prikkelen de baby.

 

Maar anderzijds is rust of onrust ook afhankelijk van de totale staat van de prikkeling van het zenuwstelsel. Pijn, geluid, licht, koude, het zijn allemaal prikkels die bij een bepaalde gevoeligheid voor “overprikkeling” kunnen zorgen. Een baby is bij overprikkeling niet in staat om dit af te remmen. Osteopathie kan een regulerend effect hebben zodat het zenuwstelsel op kleine prikkels minder heftig reageert.

Het KISS syndroom staat voor “Kopgewrichten Invloed bij Stoornissen in de Symmetrie”. Met andere woorden: blokkade van de bovenste nekwervels.

Dit gebied is erg belangrijk voor het oprichten van het hoofdje en het ontwikkelen van een goed evenwicht.

 

Door een foutieve stand en beweeglijkheid van de nekwervels wordt er “foutieve” informatie vanuit de nekwervels aan de hersenen doorgegeven. Hierdoor wordt bijsturing door de hersenen bemoeilijkt. Bewegingsproblemen, vaak gepaard gaande met duizelingen, zijn dan het gevolg. Maar een blokkade veroorzaakt ook pijn bij het bewegen. Het hoofd en nekgebied probeert dan te “compenseren”, wat leidt tot een veranderde stand van nek en hoofd.

 

Hele gewone bewegingen zijn pijnlijk: in bad gaan, het hoofd beetpakken, het hoofd draaien tijdens het voeden, op de buik liggen zijn activiteiten die meteen beïnvloed worden. Maar ook de motorische ontwikkeling wordt beïnvloed: om te kruipen moet het hoofd kunnen worden opgericht, dat doet dus veel pijn en zal vermeden worden. Dat is de reden waarom veel kinderen met dit probleem meteen proberen te staan, daarmee wordt een belangrijke schakel in de hersenontwikkeling overgeslagen: het kruipen.

 

Vanwege de neurologische relaties van het hoogste nekwervelgebied met de rest van het lichaam kunnen ook andere symptomen aanwezig zijn: buikklachten, slaapproblemen, nekpijn, nekstijfheid, motorische achterstand. Op latere leeftijd kunnen evenwichtsproblemen en concentratiestoornissen voorkomen. Ook wordt er een relatie gezien met bepaalde gedragingen als: licht ontvlambaar zijn, tics, tandenknarsen, achterstand in spraakontwikkeling en standsafwijkingen in de wervelkolom.